Gesch. van Jacobus de Meerdere. (De Morendoder)

25 maart 2011 - Sas Van Gent, Nederland

Wie is deze Saint-Jaques daar in Santiago, waar wij allen naar toe lopen. Natuurlijk weten wij moderne mensen, dat heiligenverhalen gebaseerd zijn op religie en “leugen”, toch willen wij weten hoe het is om er te zijn. Daarom wil ik het verhaal uitleggen aan allen die mij straks gaan volgen.

In het eerste hoofdstuk van het Marcus-evangelie wordt het verhaal verteld van de roeping van vier vissers aan het Meer van Galilea. Jezus, roept hen op hun netten achter te laten en Hem te volgen. Het zijn de gebroeders Simon en Andreas en de gebroeders Jacobus en Johannes, zonen van ene Zebedeüs. De laatste twee gaf Jezus de bijnaam Boanerges, dat Donderzonen betekent, wellicht vanwege hun onstuimige karakter (Mar.3,7-19).

Volgens de Handelingen der Apostelen werd Jacobus in opdracht van koning Herodes Agrippa (37-44) met het zwaard ter dood gebracht. De moord moet omstreeks het jaar 43 (Hand.12,2) hebben plaatsgevonden. Zo werd hij de eerste martelaar onder de apostelen en - na de diaken Stefanus - de tweede van het christendom. Volgens een aantal geschriften (6de - 9de eeuw) bevond Jacobus graf zich op de Olijfberg.

Er is hier nog steeds geen sprake van een relatie met Spanje

Deze relatie verschijnt voor de eerste keer in de 7e eeuw in een Latijnse versie van de apostelgeschiedenis “Brevarium Apostolorum”.

Volgens een legende zou het lichaam van Jacobus na zijn onthoofding door twee van zijn volgelingen in een boot zijn gelegd. Het zou door zijn (Iberische) leerlingen Athanasius en Theodorus van Jeruzalem naar Spanje overgebracht zijn. Ze gingen aan wal in El Padrón, Noord-West-Spanje, in de provincie Galicië, en begroeven de apostel een twintigtal kilometers landinwaarts. Na hun dood werden zij naast hun geliefde meester begraven. Na de ontdekking van het graf in de 9e eeuw werd er een kerk bovenop gebouwd. De bedevaartplaats die toen ontstond kreeg de naam Santiago de Compostela (Sant Iago = Sint Jacob).

Pas vanaf de 9de eeuw zijn er sporen terug te vinden van de verering van zijn relieken, op de plaats van dat graf te Compostela, dat - aldus archeologische bevindingen - zich wel degelijk bevindt op een oude Romeinse begraafplaats. Het feit dat dit graf eeuwenlang niet bekend en vereerd was en nu plots wél, moest een verklaring krijgen. Het graf zou door verwaarlozing in de vergetelheid zijn geraakt, en tot nieuw leven gekomen zijn dankzij een herontdekking. En kijk, eensklaps en bij wonder werd zijn graf in het begin van de 9de eeuw ‘terug’-gevonden. De kluizenaar Pelagius, verblijvend te Amahia, kreeg van engelen een bericht over de vindplaats van Jacobus graf in de omgeving. Het graf werd aangeduid door bovennatuurlijke lichtschijnsel. De plek wordt naar de apostel genoemd: ‘Sant-iago’. Gezien zijn reputatie werd zelfs vanaf de 11de eeuw heel de streek van Galicië door de Vikingen ‘Jakobsland’ genoemd. Het komt de plaatselijke bisschop van Iria Flavia, Theodomirus toe om het graf te vinden: een stenen mausoleum. Hij wordt op de hoogte gebracht van dit vreemde verschijnsel en komt naar San Fiz de Solovio. Op die plaats door sterren aangegeven vond men verschillende graven en één ervan schreef bisschop Theodorminus toe aan Jacobus de Meerdere. Dit alles was rond 813 het prille begin van Santiago de Compostela. Meteen volgde de bouw van een kerk, de eerste van een serie.

In de middeleeuwen stond de echtheid van Jacobus graf boven alle verdenking, velen stroomden er van heinde en verre naar toe, tal van wonderverhalen werden aan hem toebedacht en een indrukwekkende bedevaartkerk, later tot kathedraal verheven, zou zijn grafplaats tekenen. In de periode van het kritisch ingestelde humanisme begonnen de twijfels wat dat betreft meer en meer op te komen. Toch aarzelde paus Leo XIII in zijn bul Deus omnipotens (1884) niet om de skeletten die in 1879 terug opgegraven waren, te bevestigen als het authentieke gebeente van de heilige apostel Jacobus en diens gezellen Athanasius en Theodorus. Daarmee werd het kritisch onderzoek hieromtrent niet stopgezet.

De figuur van Sint Jacobus zou een grote rol gaan spelen in de christelijke strijd tegen de Arabische bezetters van Spanje. In 859 won het leger van koning Ordoño I van Asturië een veldslag tegen de Moren nabij de stad Albelda. Het verhaal ging dat hij daarbij geholpen zou zijn door een mysterieuze ridder die Moren doodde. De ridder werd in de vrome verbeelding geïdentificeerd met de apostel, die daardoor de naam Matamoros ('Morendoder') kreeg.

Santiago de Compostela ligt in Galicië in het Noord-Westen van Spanje. Door het regenachtige klimaat en weelderig groene landschap doet het meer aan Ierland, Bretagne of de Hebriden denken dan aan Spanje. Het landschap heeft ook dezelfde mystiek. De inwoners zijn van Keltische afkomst. En net als hun Keltische broedervolken spelen ze doedelzak en drinken ze appelcider. De stam van de naam Galicië is dezelfde als van Wales(Gales) of het Iers, Gaelic.
Galicië is het enige gebied in Spanje wat nooit bezet is geweest door de Moren. En het is ook vanuit hier dat de Reconquista, de herovering van Spanje door de christenen op de Moren, is begonnen.

Het meest in het oog springend symbool van de pelgrimage naar Santiago de Compostela is de Sint Jakobsschelp. Het wordt gebruikt als voornaamste ornament op alle gebouwen langs de Camino. Nu is de schelp het symbool voor het vrouwelijk geslachtsdeel en is bekend als symbool van geboorte of wedergeboorte. Het is daarom dat Venus hieruit opstijgt in het schilderij 'De Geboorte van Venus' van Botticelli. Het is een symbool van een voorchristelijke vruchtbaarheidsrite, dat net als zoveel heidense symbolen en riten door de katholieke kerk is overgenomen. Om dit symbool over te nemen moest Santiago, volgens de legende, iemand terug doen komen van de dood. Iets wat Santiago in de geest van zijn heidense alter ego wel diverse malen doet. Dit keer redde hij een ruiter die verdronken was in zee. Toen deze terugkwam uit de zee was hij overdekt met de schelpen. Via deze constructie werd de schelp het symbool van pelgrimage naar Galicië. Ook het andere symbool van Santiago, het zwaardkruis, bekend onder zijn voorchristelijke naam lagarto of hagedis, is verbonden met vruchtbaarheid en een symbool van kuisheid.

Uit al deze niet-christelijke symbolen en mythen zijn Santiago en de pelgrimage ontstaan.

Hij is nog steeds de heilige beschermer die, te paard, zijn gelovigen beschermt.

De pelgrimage is nog steeds een reis naar persoonlijk inzicht.

De reis die nog steeds een metafoor is voor het leven. Santiago is nog steeds de gids, die op het eind van de reis op de pelgrim wacht. Ook op mij dus!

Tot een volgend bericht

 

Foto’s

2 Reacties

  1. JP:
    25 maart 2011
    Zo, vriendje je bent er klaar voor zo te zien.
    Ik zal je dagelijks volgen en je steunen als dat nodig moest zijn.
    Er komt zeker een moment dat je er de brui aan wilt geven.!
    Bel dan niet Nancy, maar bel mij, je mental coatch, ik zal je er door slepen.


    J.P
  2. Rini Koevoets:
    25 april 2012
    Zo leer je nog eens iets over de geschiedenis!
    Respect voor deze Pelgrimstocht van Sas van Gent naar Santiago de Compostella!

    Een Sasse supporter!